Vis bevat vetzuren die belangrijk zijn voor het goed functioneren van de hersenen. Uit onderzoek van Renate de Groot van de Open Universiteit blijkt nu dat deze stoffen ook van belang zijn voor de aanleg van het centraal zenuwstelsel van het ongeboren kind. De Groot raadt zwangere vrouwen aan twee keer per week vis te eten. Dit meldt de Open Universiteit.
Volgens De Groot zijn de meervoudige onverzadigde vetzuren uit vis zeer belangrijk voor het menselijk lichaam en dan met name het zogenoemde docasahexaeenzuur (DHA). Uit het onderzoek van De Groot blijkt dat er een positief verband bestaat tussen de hoeveelheid DHA die het ongeboren kind binnenkrijgt en het functioneren van de hersenen als het kind ouder is. Zo kunnen kinderen van 8 jaar van wie de moeder veel vis heeft gegeten tijdens de zwangerschap relatief beter zien en ook vertonen ze minder vaak probleemgedrag.
Opvallend is dat het daarbij niet uitmaakt hoeveel DHA de kinderen op dat moment zelf binnenkrijgen. Daaruit maakt De Groot op dat bepaalde aspecten van de latere hersenontwikkeling al tijdens de zwangerschap worden beïnvloedt. Ze pleit ervoor dat vrouwen tijdig beginnen met het eten van vis of slikken van visoliecapsules, liefst al ruim voor een zwangerschap omdat het drie maanden duurt om een voorraad DHA in het lichaam op te bouwen. Tijdens de zwangerschap daalt de hoeveelheid DHA in het bloed van de moeder. Volgens De Groot is dat het ook beter om na een bevalling minimaal 32 weken te wachten met eventueel opnieuw zwanger worden omdat dan pas de voorraad DHA weer op peil is.
Bron(nen) : Nationale Zorggids